Iedereen is een dichter

Iedereen is een Dichter

Welke gedichten spreken kinderen aan? Schrijver en leraar Matt Sharpe zegt dat studenten van alle leeftijden deze oefening leuk vinden. Probeer het eens met je kinderen!

1. Denk aan iemand die je kent die ouder is dan je ouders.

2. Sluit je ogen en stel je deze persoon voor. Stel je hun haar, hun huid voor. Hebben ze gezichtshaar? Bril? Bedenken? Wat voor rok dragen ze? Shirt? Schoenen?

3. Ruikt deze persoon ergens naar? Tabak? Knoflook?

4. Heb je smaakassociaties met deze persoon? Heeft je opa elke ochtend havermout voor je gemaakt?

5. Denk aan iets dat je je herinnert dat die persoon zei. Zet nog een stap en stel je op dat moment voor wat die persoon zou kunnen denken.

6. Open je ogen. Teken een 'woordkaart'. Schrijf in het midden van een blanco pagina de naam van de persoon. Teken vervolgens een cirkel rond de naam. Teken vervolgens wegen die zich radiaal vanuit de cirkel uitstrekken. Schrijf aan het einde van elke weg een kenmerk van die persoon op. Teken een cartoonbel om te spreken en schrijf in wat je denkt dat die persoon zou zeggen. Teken vervolgens een tweede bubbel om over na te denken. Schrijf daar wat die persoon misschien denkt.

7. Bedenk een vergelijking over de persoon. (Matt Sharpe geeft je een voorbeeld:zijn grootvader had een kortgeknipte snor. Het was als een rups die onder zijn neus kroop.)

8. Schrijf nu een gedicht over de persoon. Je hoeft het niet te laten rijmen.

Deze oefening is een bewerking van A Story in History:Writing Your Way into the American Experience door Margot Fortunato Galt.