• baby's
• Het bouwen van een familie
• kinderen
• algemeen Ouderschap
• pasgeborenen
• tieners
• peuters
• zwangerschap

Mannelijk voortplantingssysteem

Wat is reproductie?

Voortplanting is het proces waarbij organismen meer organismen zoals zijzelf maken. Maar ook al is het voortplantingssysteem essentieel om een ​​soort in leven te houden, in tegenstelling tot andere lichaamssystemen, het is niet essentieel om een ​​persoon in leven te houden.

In het menselijke voortplantingsproces, twee soorten geslachtscellen, of gameten (spreek uit:GAH-meetz), zijn betrokken. De mannelijke gameet, of sperma, en de vrouwelijke gameet, het ei of de eicel, ontmoeten elkaar in het voortplantingssysteem van de vrouw. Wanneer sperma een eicel bevrucht (ontmoett), deze bevruchte eicel heet a zygoot (spreek uit:ZYE-geit). De zygote doorloopt een proces om een ​​embryo te worden en zich te ontwikkelen tot een foetus.

Het mannelijke voortplantingssysteem en het vrouwelijke voortplantingssysteem zijn beide nodig voor reproductie.

mensen, net als andere organismen, sommige kenmerken van zichzelf doorgeven aan de volgende generatie. We doen dit door onze genen, de bijzondere dragers van menselijke eigenschappen. De genen die ouders doorgeven, maken hun kinderen vergelijkbaar met anderen in hun familie, maar ook wat elk kind uniek maakt. Deze genen komen uit het sperma van de man en de eicel van de vrouw.

Wat is het mannelijke voortplantingssysteem?

Het mannetje heeft voortplantingsorganen, of geslachtsdelen , die zich zowel binnen als buiten het bekken bevinden. De mannelijke geslachtsdelen omvatten:

• de testikels (spreek uit:TESS-tih-kulz)
• het kanaalsysteem, die bestaat uit de epididymis en de zaadleider
• de accessoire klieren, waaronder de zaadblaasjes en de prostaatklier
• de penis

Bij een man die geslachtsrijp is geworden, de twee ovaalvormige testikels , of testikels (spreek uit:TESS-teez) maken en slaan miljoenen kleine zaadcellen op.

De testikels maken ook deel uit van het endocriene systeem omdat ze hormonen maken, inclusief testosteron (spreek uit:tess-TOSS-tuh-rone). Testosteron is een belangrijk onderdeel van de puberteit bij jongens. Als een man zijn weg door de puberteit baant, zijn testikels produceren er steeds meer van. Testosteron is het hormoon dat ervoor zorgt dat jongens diepere stemmen ontwikkelen, grotere spieren, en lichaams- en gezichtshaar. Het stimuleert ook de aanmaak van sperma .

Naast de testikels bevinden zich de epididymis en de zaadleider, die sperma transporteren. De bijbal (spreek uit:ep-uh-DID-uh-miss) en de testikels hangen in een buidelachtige structuur buiten het bekken, de scrotum . Deze zak met huid helpt bij het reguleren van de temperatuur van de testikels, die koeler moeten worden gehouden dan de lichaamstemperatuur om sperma te produceren. Het scrotum verandert van grootte om de juiste temperatuur te behouden. Als het lichaam koud is, het scrotum krimpt en wordt strakker om de lichaamswarmte vast te houden. Als het warm is, het wordt groter en slapper om extra warmte kwijt te raken. Dit gebeurt zonder dat een man er ooit over hoeft na te denken. De hersenen en het zenuwstelsel geven het scrotum het signaal om van grootte te veranderen.

De accessoire klieren , inclusief de zaadblaasjes en de prostaat , zorgen voor vloeistoffen die het kanaalsysteem smeren en het sperma voeden. De urethra (spreek uit:yoo-REE-thruh) is het kanaal dat het sperma (in vloeistof genaamd sperma) via de penis naar de buitenkant van het lichaam transporteert. De urethra maakt ook deel uit van het urinestelsel, omdat het ook het kanaal is waar de plas doorheen gaat als het de blaas verlaat en het lichaam verlaat.

De penis bestaat eigenlijk uit twee delen:de schacht en de eikel . De schacht is het belangrijkste deel van de penis en de eikel is de punt (ook wel het hoofd genoemd). Aan het uiteinde van de eikel zit een kleine spleet of opening, dat is waar sperma en plas het lichaam verlaten via de urethra. De binnenkant van de penis is gemaakt van een sponsachtig weefsel dat kan uitzetten en samentrekken.

Alle jongens worden geboren met een voorhuid , een huidplooi aan het uiteinde van de penis die de eikel bedekt. Sommige jongens zijn besneden, wat betekent dat een arts of geestelijk lid de voorhuid wegsnijdt. Besnijdenis wordt meestal gedaan tijdens de eerste paar dagen van het leven van een babyjongen. Het is niet medisch noodzakelijk, maar ouders die ervoor kiezen om hun zonen te laten besnijden, doen dit vaak op basis van religieuze overtuigingen, zorgen over hygiëne, of culturele of sociale redenen. Jongens die penissen hebben besneden en degenen die dat niet hebben, zijn niet anders:alle penissen werken en voelen hetzelfde, ongeacht of de voorhuid is verwijderd.

Hoe werkt het mannelijke voortplantingssysteem?

Het mannelijke voortplantingssysteem:

• maakt sperma (spreek uit:SEE-mun)
• geeft sperma vrij in het voortplantingssysteem van de vrouw tijdens geslachtsgemeenschap
• produceert geslachtshormonen, die een jongen helpen zich tijdens de puberteit te ontwikkelen tot een seksueel volwassen man

Als er een jongetje wordt geboren, hij heeft alle delen van zijn voortplantingssysteem op zijn plaats, maar het is pas in de puberteit dat hij zich kan voortplanten. Wanneer de puberteit begint, meestal tussen de 9 en 15 jaar, de — gelegen nabij de hersenen — scheidt hormonen af ​​die de testikels stimuleren om testosteron te produceren. De aanmaak van testosteron brengt veel lichamelijke veranderingen met zich mee.

Hoewel de timing van deze veranderingen voor elke man anders is, de stadia van de puberteit volgen over het algemeen een vaste volgorde:

• Tijdens de eerste fase van de mannelijke puberteit, het scrotum en de testikels worden groter.
• Volgende, de penis wordt langer en de zaadblaasjes en prostaatklier groeien.
• Haar begint te groeien in de schaamstreek en later op het gezicht en de oksels. Gedurende deze periode, de stem verdiept zich ook.
• Jongens hebben ook een groeispurt tijdens de puberteit als ze hun volwassen lengte en gewicht bereiken.

Wat doet sperma?

Een man die de puberteit heeft bereikt, zal elke dag miljoenen zaadcellen produceren. Elk sperma is extreem klein:slechts 1/600 inch (0,05 millimeter lang). Sperma ontwikkelt zich in de testikels in een systeem van kleine buisjes genaamd de tubuli seminiferi . Bij de geboorte, deze buisjes bevatten eenvoudige ronde cellen. Tijdens de puberteit, testosteron en andere hormonen zorgen ervoor dat deze cellen veranderen in zaadcellen. De cellen delen en veranderen totdat ze een kop en korte staart hebben, zoals kikkervisjes. Het hoofd bevat genetisch materiaal (genen). Het sperma gaat naar de epididymis, waar ze hun ontwikkeling voltooien.

Het sperma gaat dan naar de zaadleider (spreek uit:VAS DEF-uh-runz), of spermakanaal. De zaadblaasjes en de prostaatklier maken een witachtige vloeistof die zaadvloeistof wordt genoemd, die zich vermengt met sperma om sperma te vormen wanneer een man seksueel wordt gestimuleerd. de penis, die meestal slap hangt, wordt moeilijk wanneer een man seksueel opgewonden is. Weefsels in de penis vullen zich met bloed en deze wordt stijf en rechtop (een erectie). De stijfheid van de penis in erectie maakt het gemakkelijker om tijdens seks in de vagina van de vrouw te steken. Wanneer de stijve penis wordt gestimuleerd, spieren rond de voortplantingsorganen trekken samen en dwingen het sperma door het kanaalsysteem en de urethra. Sperma wordt door zijn urethra uit het lichaam van de man geduwd - dit proces wordt genoemd ejaculatie . Elke keer dat een man ejaculeert, het kan tot 500 miljoen sperma bevatten.

Wat is conceptie?

Als sperma in de vagina van een vrouw wordt geëjaculeerd, miljoenen sperma "zwemmen" omhoog vanuit de vagina door de baarmoederhals en de baarmoeder om het ei in de eileider te ontmoeten. Er is maar één zaadcel nodig om de eicel te bevruchten.

Deze bevruchte eicel wordt nu een zygote genoemd en bevat 46 chromosomen - de helft van de eicel en de andere helft van het sperma. Genetisch materiaal van het mannetje en het vrouwtje wordt gecombineerd zodat een nieuw individu kan worden gecreëerd. De zygote deelt zich steeds opnieuw terwijl het groeit in de baarmoeder van het vrouwtje, rijpen in de loop van de zwangerschap tot een embryo, een foetus, en tot slot een pasgeboren baby.