5 verschillende soorten kinderdiscipline

Hoewel er altijd nieuwe opvoedingsboeken en strategieën voor kinderdiscipline opduiken, zijn veel 'nieuwe' opvoedingsideeën eigenlijk subtypen van de vijf basistypen van discipline. Deskundigen zijn het niet altijd eens over welk type discipline het beste is, maar het is duidelijk dat er aan elke discipline voordelen zijn.

Bepalen welk type discipline geschikt is voor uw gezin, moet een persoonlijke keuze zijn op basis van uw temperament, het temperament van uw kind en de discipline-filosofieën van uw gezin. Er is niet één soort discipline die voor alle kinderen of alle gezinnen en in elke situatie werkt. Het is waarschijnlijk dat je een eclectische benadering kiest, waarbij je een paar verschillende technieken uit elk type discipline gebruikt.

1

Positieve discipline

Positieve discipline is gebaseerd op lof en aanmoediging. In plaats van zich te concentreren op straf, blijven ouders disciplineren bij het lesgeven.

Ouders leren probleemoplossende vaardigheden en werken samen met hun kinderen om oplossingen te ontwikkelen. Positieve discipline maakt gebruik van familiebijeenkomsten en een gezaghebbende benadering om gedragsproblemen aan te pakken. Hier is een voorbeeld:

  • Een 6-jarige weigert zijn huiswerk te maken . Een ouder die positieve discipline toepast, kan met het kind gaan zitten en zeggen:"Ik weet dat je leraar wil dat je vanavond je wiskundepaper afmaakt en je wilt het niet doen. Wat kunnen we doen om dat papier af te krijgen, zodat u mevrouw Smith kunt laten zien dat u al uw huiswerk op tijd hebt gedaan?”
2

Zachte discipline

Zachte discipline is gericht op het voorkomen van problemen. Omleiding wordt vaak gebruikt om kinderen af ​​te leiden van slecht gedrag.

Kinderen krijgen consequenties, maar zachte discipline gaat niet over het zaaien van schaamte. In plaats daarvan gebruiken ouders vaak humor en afleiding. De focus van zachte discipline is dat ouders hun eigen emoties beheersen terwijl ze het wangedrag van een kind aanpakken. Neem dit voorbeeld:

  • Een 6-jarige weigert zijn huiswerk te maken . Een ouder die zachte discipline toepast, kan met humor reageren door te zeggen:"Zou je liever een paper van twee pagina's schrijven waarin je uitlegt waarom je vanavond je wiskunde niet wilde doen?" Zodra de situatie diffuus is, biedt een vriendelijke tuchtmeester aan om samen met het kind naar het rekenblad te kijken om te bespreken hoe het moet.
3

Op grenzen gebaseerde discipline

Boundary-based discipline richt zich op het stellen van grenzen en het vooraf duidelijk maken van de regels. Kinderen krijgen dan keuzes en er zijn duidelijke consequenties voor wangedrag, zoals logische gevolgen of natuurlijke gevolgen. Zo zou het in dit geval uitpakken:

  • Een 6-jarige weigert zijn huiswerk te maken . Een ouder die op grenzen gebaseerde discipline gebruikt, zou een limiet stellen en de consequentie duidelijk maken door te zeggen:"Je zult vanavond geen van je elektronica kunnen gebruiken totdat je werk klaar is."
4

Gedragsaanpassing

Gedragsverandering richt zich op positieve en negatieve gevolgen. Goed gedrag wordt versterkt met lof of beloningen. Wangedrag wordt ontmoedigd door het gebruik van negeren en negatieve gevolgen, zoals het verlies van privileges. Bijvoorbeeld:

  • Een 6-jarige weigert zijn huiswerk te maken . Een ouder die gedragsaanpassing gebruikt, kan het kind herinneren aan eventuele vooraf afgesproken beloningen door te zeggen:"Vergeet niet dat als je je huiswerk hebt gedaan, je de computer 30 minuten mag gebruiken." Lof zou worden aangeboden als het kind ervoor kiest om te voldoen. De ouder negeerde alle protesten.
5

Emotiecoaching

Emotiecoaching is een disciplineproces in vijf stappen dat zich richt op het leren van kinderen over gevoelens. Wanneer kinderen hun gevoelens begrijpen, kunnen ze ze verwoorden in plaats van ernaar te handelen. Kinderen wordt geleerd dat hun gevoelens in orde zijn en ouders helpen hen de juiste manieren te leren om met hun emoties om te gaan. Bijvoorbeeld wanneer:

  • Een 6-jarige weigert zijn huiswerk te maken . Met behulp van emotiecoaching helpt een ouder het kind gevoelens te identificeren door te zeggen:"Ik weet dat het je verdrietig maakt dat je niet kunt spelen omdat je je huiswerk moet maken. Wiskunde kan moeilijk en frustrerend zijn als je de antwoorden niet weet of als het lang duurt. Laten we tekenen hoe je je voelt als je je wiskundehuiswerk maakt.'