Taalontwikkeling van peuters van 24-30 maanden
Wanneer uw peuter tussen de 24 en 30 maanden is, wees bereid om VEEL vragen te beantwoorden.
Terwijl "nee!" is misschien een favoriet woord, "waarom" zal een goede tweede zijn!
Dit is wat je nog meer kunt verwachten.
Taalmijlpalen
Naarmate de taalvaardigheid van uw peuter zich blijft ontwikkelen, hij zal persoonlijke voornaamwoorden gaan gebruiken zoals "ik, " "mij, " en "jij" en stel eenvoudige zinnen van twee woorden samen. Je kunt ook verwachten dat je peuter:
- Zeg haar voor- en achternaam.
- Beantwoord eenvoudige vragen, zoals, "Wat is je naam?"
- Geniet van het kijken naar boeken en praten over de foto's.
- Zing delen van liedjes.
Spreekt uw gezin meer dan één taal?
Om dit cadeau door te geven aan je peuter, misschien wil je een van deze strategieën proberen:
- Spreek hem vanaf het begin in twee talen aan. Bijvoorbeeld, de ene ouder of verzorger spreekt Engels terwijl de andere ouder/verzorger een andere taal spreekt.
- Als je thuis maar één taal gebruikt, uw peuter een tweede taal kan leren in de gemeenschap, bij de kinderopvang, of op haar speelschool.
- Voor diensten en informatie in het Frans, bezoek de Fédération des Parents francophones de Colombie-Britannique
Spelen en activiteit
Blijf van lezen met uw peuter een prioriteit maken - lezen is een uitstekende manier om taalvaardigheden te ontwikkelen. Ook, zorg ervoor dat u met uw peuter praat. Het zal je misschien verbazen hoeveel je kind te vertellen heeft!
Hier zijn nog enkele tips om de taalontwikkeling van uw peuter te ondersteunen:
- Luister samen naar geluidsbanden en cd's met kinderliedjes.
- Gebruik correcte voornaamwoorden in zinnen. Bijvoorbeeld, inplaats van zeggen, “Mama gaat uit, " zeggen, "Ik ga uit."
- Laat je peuter zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij zegt door het terug te herhalen.
- Bekijk familiefoto's met je peuter en gebruik eenvoudige zinnen om te beschrijven wat er gebeurt:"Dit was Sarah's verjaardagsfeestje."
- Speel taalspelletjes, zoals "Waar is je oor?"
Andere taalmijlpalen
Tussen 24 en 30 maanden kan uw peuter ook:
- Gebruik woorden die beschrijven, zoals "groot, " "vies, " "nat, " of "heet".
- Praat meer in interacties en tijdens verhalen.
- Ken en zeg persoonlijke gegevens, zoals naam en leeftijd.
- Begrijp tweestapsinstructies:"Ga alsjeblieft naar de keuken en breng me de grote lepel."
- Reciteer een paar eenvoudige kinderliedjes.
- Gebruik meervoudsvormen in het algemeen. Je peuter zal waarschijnlijk 'voeten' zeggen in plaats van 'voeten'.
Bronnen en links:
HealthLink BC:Mijlpalen in spraak en taal, Leeftijden 1 tot 3 jaar