Helpt blootstelling aan ziektekiemen bij kinderen om astma te voorkomen?

Kinderen die op het platteland opgroeien, rond dieren en in grotere gezinnen lijken astma minder vaak te ontwikkelen dan andere kinderen. Volgens de hygiënehypothese dit komt door een verhoogde blootstelling aan bepaalde virussen, bacteriën of parasieten.

De hygiënehypothese stelt dat blootstelling van kinderen aan ziektekiemen en bepaalde infecties het immuunsysteem helpt te ontwikkelen. Dit leert het lichaam om onschadelijke stoffen te onderscheiden van de schadelijke stoffen die astma veroorzaken. In theorie, blootstelling aan bepaalde ziektekiemen leert het immuunsysteem om niet overdreven te reageren.

Maar het voorkomen van astma is niet zo eenvoudig als het vermijden van antibacteriële zeep, een groot gezin hebben of tijd doorbrengen op de boerderij. Huidig ​​​​onderzoek suggereert dat deze potentieel nuttige blootstelling aan bepaalde ziektekiemen daadwerkelijk kan optreden voordat een baby wordt geboren, als hij of zij nog in de baarmoeder zit. Onderzoekers ontdekken dat de blootstelling van een zwangere moeder aan besmettelijke ziektekiemen of andere stoffen, zoals vaccins, kan een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van het immuunsysteem en het darmmicrobioom van een baby.

Voor nu, er is meer onderzoek nodig om precies te begrijpen hoe blootstelling aan kiemen bij kinderen astma kan helpen voorkomen.