Gedragskenmerken van autismespectrumstoornissen

Gedragskenmerken van autismespectrumstoornissen

Een woord van waarschuwing:deze lijst is niet bedoeld als diagnostische checklist, maar is bedoeld om u een idee te geven van het soort gedrag dat iemand met een autismespectrumstoornis (ASS) kan vertonen. Onthoud dat het aantal en de ernst van dit gedrag kan leiden tot gesprekken met een professional over het uitvoeren van een diagnostische beoordeling.

Sommige van deze gedragingen worden aan de ene kant van het spectrum gezien (bijvoorbeeld klassiek autisme); anderen aan de andere kant (bijvoorbeeld hoogfunctionerend autisme, het syndroom van Asperger).

Aantasting van sociale relaties
  • Reikt als baby niet uit om vastgehouden te worden door moeder of zoekt knuffels
  • Imiteert anderen niet
  • Gebruikt een volwassene als middel om een ​​gewenst object te krijgen, zonder interactie met een volwassene als persoon
  • Ontwikkelt geen leeftijdsgebonden relaties met leeftijdsgenoten
  • Gebrek aan spontaan delen van interesses met anderen
  • Moeite om met anderen om te gaan
  • Het liefst alleen
  • Heeft een afstandelijke manier van doen
  • Weinig of geen oogcontact
  • Los van de gevoelens van anderen
Aantasting van sociale communicatie
  • Ontwikkelt geen spraak, of ontwikkelt geen alternatieve communicatiemethode zoals wijzen en gebaren
  • Heeft spraak en verliest het dan
  • Herhaalt woorden of zinsdelen in plaats van normale taal te gebruiken (echo-lalia)
  • Spreekt over zeer nauw gerichte onderwerpen
  • Moeite om over abstracte concepten te praten
  • Gebrek aan of beperking van gespreksvaardigheden
Aantasting van het fantasierijke denken
  • Ongepaste gehechtheid aan objecten
  • Obsessief vreemd spelen met speelgoed of voorwerpen (in een rij of continu draaien)
  • Houdt niet van verandering in routine of omgeving (naar een andere plek gaan, meubels verplaatst)
  • Zal alleen bepaalde voedingsmiddelen eten
  • Zal alleen hetzelfde object gebruiken (zelfde bord of dezelfde kop, dezelfde kleding)
  • Repetitieve motorische bewegingen (schommelen, klapperen met de hand)
Andere kenmerken
  • Bijzondere stemkarakteristieken (vlakke monotoon of hoge toon)
  • Behaalt geen ontwikkelingsmijlpalen in neurotypische tijdsbestek of volgorde
  • Lage spierspanning
  • Ongelijke fijne en grove motoriek
  • Bedekt oren
  • Reageert niet op geluid of naam, doet doof
  • Reageert niet op pijn
  • Wordt stijf bij vasthouden, houdt er niet van om aangeraakt te worden
  • Wordt hyperactief of reageert totaal niet meer in lawaaierige of zeer heldere omgevingen
  • Eet of kauwt op ongewone dingen
  • Zet voorwerpen op de neus om ze te ruiken
  • Verwijdert vaak kleding
  • Slaat of bijt zichzelf (slaat op het hoofd of slaat op dijen of borst)
  • Werpt zich als een tol
  • Heeft driftbuien zonder duidelijke reden en is moeilijk te kalmeren
  • Slaat of bijt anderen
  • Geen gezond verstand
  • Blijkt eenvoudige verzoeken niet te begrijpen
  • Vaak diarree, maagklachten of constipatie

Veel van deze gedragingen zijn de reacties van de persoon op hoe hij of zij de directe omgeving verwerkt. De typische betekenis achter bepaald gedrag wordt hier besproken.